Oordelen kun je niet voorkomen
Als je oefent om niet te oordelen merk je al gauw dat dat niet lukt. Oordelen komen automatisch op. In de beoefening van mindfulness gaat niet over het voorkomen dat je oordeelt, want dat kan niet. Het is ook niet wenselijk. Als je een bes plukt in het bos dan is het nuttig om te oordelen. Stop ik dit in mijn mond? Of is deze bes giftig?
Niet oordelend gewaarzijn
Als je aandacht begint te brengen bij het oordelen dan zul je je misschien gaan verbazen hoe vaak je dat doet. Het gaat de hele dag door, een stroom van oordelen: dat vind ik leuk, dat niet, wat wil ik, dat niet. Je kunt oefenen om dat oordelen niet te veroordelen, maar gewoon te zien dat het gebeurd. Op die manier maak je contact met een gewaarzijn in jezelf dat niet oordeelt. Je ontwikkelt niet-oordelend- gewaarzijn. Datgene in je wat opmerkt dat je oordeelt, oordeelt zelf niet.
Vrij van oordelen
Kijkend vanuit het niet oordelend gewaarzijn kun je gaan zien hoe dominant het oordelen aanwezig is in je leven. Het oordelen is als een bril waar je doorheen kijkt. Hoe ziet de werkelijkheid eruit als je niet door deze bril kijkt? Hoe vaker je contact maakt met niet oordelend gewaarzijn hoe soepeler je om kan gaan met de oordelen die automatisch in je opkomen: ze blijven komen, maar ze gaan je leven minder beheersen. Je ontwikkelt meer vrijheid ten opzichte van de oordelen die in je opkomen.
Onderscheidingsvermogen
Niet-oordelen wordt nog wel eens verward met onverschilligheid of domheid. Misschien ben je bang je helderheid te verliezen en niet meer te kunnen functioneren. Het tegendeel is waar. Er is een verschil tussen oordelen en onderscheidingsvermogen. Wanneer je minder meegesleurd wordt door je oordelen komt er meer ruimte voor herkennen wat er werkelijk gebeurd, voor dieper begrijpen, voor wijsheid, voor… onderscheidsvermogen.
John Kabat-Zinn, grondlegger van de acht weekse mindfulnesstraining, over de houding van niet hoeven oordelen: